Kleurgebruik in het zakelijk, oftewel functioneel tekenen; er valt veel over te zeggen. In dit blog beperken we ons tot een korte uitleg van de oorsprong van de kleurencirkel en leggen we uit hoe je warme en koele kleuren gebruikt.
DE KLEURENCIRKEL
De Zwitserse kunstschilder Johannes Itten is onder andere bekend geworden door zijn kleurencirkel. Met zijn visie op kleur gebruikt hij rood, blauw en geel als primaire kleuren. Meng je die kleuren, dan krijg je secundaire kleuren. Deze zie je in de kleurencirkel hiernaast.
Je ziet ook dat de cirkel is onderverdeeld in warme en koude kleuren. Maar wat zijn dat? en vooral: wat kan je ermee?
WARME KLEUREN
De warme kleuren zijn rood, geel en oranje. Zet je die bij elkaar in een tekening, dan ‘voelt’ de tekening warm.
KOUDE KLEUREN
De koude kleuren zijn paars, blauw en groen. Zet je die bij elkaar in een tekening, dan ‘voelt’ de tekening wat koeler aan.
TIP VOOR WARME EN KOUDE KLEUREN IN JE TEKENINGEN
Bij warme kleuren lijkt het alsof ze meer naar de voorgrond wijken dan bij koude kleuren. Die hebben juist de neiging om naar de achtergrond te wijken.
Dit is handig om te weten als je bijvoorbeeld een praatplaat maakt. De dingen in je tekening die je meer op de achtergrond wilt hebben, kan je een koelere kleur geven. Wij doen dat bijvoorbeeld soms met blauw/grijzige achtergrond vlakken. Geef je de tekeningen op de voorgrond een warmere kleur, dan springt die meer naar de voorgrond.
Wil je hier meer over weten? Google dan eens op warm/koud contrast of lees hier wat meer over ‘atmosferisch perspectief’.
