Ik vraag in onze workshops altijd wie er kan tekenen. Bijna niemand steekt zijn hand op, en de meesten zeggen ‘ik kan niet mooi tekenen’…. Ik vertel daarna altijd dat het goed is om ‘niet mooi’ te tekenen. Eén van de oorzaken waarom we namelijk stoppen met tekenen, is omdat we het idee hebben dat onze tekeningen mooi moeten zijn. Oogstrelend. Natuurgetrouw. Alsof het een foto is. En weet je… dat is niet waar! De functie van tekenen is vooral om te communiceren: iets overbrengen of begrijpelijk maken. Dat lukt veel beter met een tekening die niet ‘mooi’ is en daar zijn 3 redenen voor.
1. Een niet-mooie tekening zet je brein aan het werk
Ik haal altijd het voorbeeld van de Mona Lisa erbij. Als ik bij dat schilderij sta te kijken, dan zie ik het schilderij… en loop ik verder. Terwijl, als ik over het strand loop en er een meisje in het zand aan het tekenen is, dan wordt mijn aandacht er automatisch naartoe getrokken. Wat wordt er getekend? Ik word getriggerd om mee te kijken en te bedenken wat ze aan het tekenen is. Mijn brein gaat aan het werk om de gaten invullen. Wat tekent ze? Wat denk ik te zien?
2. Een niet-mooie tekening vergroot de betrokkenheid
Hoe realistischer iets verbeeld is, hoe verder het van je af staat. En hoe conceptueler het beeld, hoe hoger jouw betrokkenheid, omdat je daar je eigen invulling in kan geven in jouw hoofd.
De woorden ‘realiteit’ en ‘conceptueel’, kan je op één lijn uittekenen (zie afbeelding). Zie het als een schaal. Alles wat je ziet, bevindt zich ergens op die schaal.
Als jij bijvoorbeeld een enorm gedetailleerde en realistische foto van iemand anders ziet, dan zegt jouw brein onmiddellijk ‘Dit is iemand anders. Dit ben ik niet, dit gaat niet over mij’. Terwijl als je kijkt naar een stripverhaal of een tekenfilm, dan zitten de afbeeldingen heel erg tegen het conceptuele aan. Dat biedt de ruimte om jezelf meer en meer identificeren met de hoofdpersoon.
Dat is de kracht van het niet-mooi tekenen. Als je conceptueel – met symbolen, iconen, of eenvoudige plaatjes – tekent, raakt de kijker betrokken bij wat er gebeurt. Bij foto’s gebeurt dit nauwelijks, omdat het overduidelijk is dat het om een andere persoon gaat. Jij als persoon staat buiten die foto, terwijl je bij een abstracte tekening meer het gevoel hebt dat je er in zit, omdat je brein de tekening moet vertalen en betekenis gaat geven.
3. Een niet-mooie tekening? Nee: jouw eigen herkenbare stijl!
We vergelijken ons suf met anderen. Ook als we tekeningen maken. En daarbij oordelen we vaak in termen van ‘mooi’ en ‘niet zo mooi’. Feitelijk gezien bestaat er geen eenduidige definitie van mooi: ieder heeft z’n eigen tekenstijl en er is niet een ‘mooi’ of ‘niet-mooi’ in tekenstijlenland. Dat is voor iedereen anders! Ook al vind jij zelf dat jouw eigen tekening minder mooi is als die van een ander. Het is jouw stijl en die wordt herkenbaar voor anderen als je vaker tekent.
Je tekening is een functioneel kunstwerk, die doet wat ‘ie moet doen: iets communiceren of verduidelijken! Die ons brein aan de gang zet en ons betrekt bij wat je te vertellen hebt. Zonder dat je daar te veel woorden aan vuil hoeft te maken.
En dát is de kracht van niet-mooi tekenen!